Gelet op de Wegenverkeerswet 1994 (WVW), het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV), het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegende

• •

  dat de provincies Noord-Brabant en Limburg het gebruik van elektrische voertuigen willen bevorderen en samen de NAL-regio Zuid vormen;

• •

  dat de gemeente Hilvarenbeek via de provincie een concessieovereenkomst is aangegaan met Vattenfall voor het verlenen van openbare laaddiensten;

• •

  dat de provincies Noord-Brabant en Limburg namens de gemeente Hilvarenbeek een contract met Vattenfall hebben afgesloten voor de plaatsing en exploitatie van slimme laadinfrastructuur;

• •

  dat met dit contract door de provincies, namens de deelnemende gemeenten, invulling wordt gegeven aan de doelstellingen en vereisten zoals opgenomen in de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL);

• •

  dat door Vattenfall is aangetoond dat er op de betreffende locaties behoefte bestaat aan laadpalen voor het opladen van elektrische auto’s;

• •

  dat dit besluit bijdraagt aan het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid ervan;

• •

  dat het de eigenaar of houder van een elektrische auto is toegestaan deze te parkeren op een door het college gereserveerde parkeerplaats voor het opladen van elektrische voertuigen, mits de auto is aangesloten op het oplaadpunt bij de betreffende parkeerplaats;

• •

  dat een laadpaal gelijktijdig twee elektrische voertuigen kan opladen en er daarom bij iedere laadpaal twee parkeerplaatsen gereserveerd dienen te worden als zijnde uitsluitend bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen;

• •

  dat de gemeente bevoegd is om parkeerplaatsen te reserveren voor uitsluitend het opladen van elektrische voertuigen, middels een verkeersbesluit;

• •

  dat de betreffende weggedeelten in beheer zijn bij de gemeente Hilvarenbeek;

• •

  dat het nemen van een verzamelverkeersbesluit voor de beoogde locaties de doorlooptijd van het aanvraag- en realisatieproces van laadinfrastructuur verkort;

• •

  dat het gebruik van elektrische voertuigen bijdraagt aan schonere lucht, minder uitstoot van CO₂ en minder geluidsoverlast.

Is het gewenst om

Het eerder genomen verkeersbesluit met zaaknummer 1033531 wordt hierbij gedeeltelijk herzien. In het oorspronkelijke besluit zijn 22 parkeervakken aangewezen als laadplaatsen voor elektrische voertuigen, behorend bij 11 publieke laadpalen. Tegen een aantal van deze laadpalen zijn bezwaren ingediend. Naar aanleiding van deze bezwaren zijn nieuwe inzichten verkregen, wat heeft geleid tot een heroverweging van de locaties.

Als gevolg hiervan worden enkele laadpalen op alternatieve locaties geplaatst en is besloten om een aantal laadpalen voorlopig niet te realiseren op de oorspronkelijk aangewezen locaties.

De gewijzigde locaties zijn opgenomen in bijlage 1 van dit besluit en betreffen de volgende aanpassingen:

• •

  Verplaatsing van laadpaalPRL-00028969 vanLijsterboog 1 naar Vinkenslag, Hilvarenbeek.

• •

  Verplaatsing van laadpaalPRL-00032378 vanWouwerdries 72 naar Wouwerdries 76, Hilvarenbeek.

Voor de onderstaande laadpalen wordt op dit moment gezocht naar alternatieve standplaatsen. Deze zullen op een later moment worden vastgesteld via een afzonderlijk verkeersbesluit:

• •

  PRL-00031241: van Jan Wolfspad 2 (feitelijk Gerstakker 2) naar een nader te bepalen locatie, Hilvarenbeek.

• •

  PRL-00029139: van Jan Wolfspad 36 naar een nader te bepalen locatie, Hilvarenbeek.

• •

  PRL-00031254: Vendellaan 13,Hilvarenbeek.

Ten slotte is vastgesteld dat de locatie van laadpaal PRL-00031241 in het eerdere besluit onjuist is vermeld als Jan Wolfspad 2, terwijl deze in werkelijkheid is gelegen aan Gerstakker 2. Deze correctie is in dit besluit verwerkt.

Met betrekking tot de doelstellingen van dit besluit

Dat de doelstellingen van het voorgenomen besluit zijn gelegenin:

• -

  de Wegenverkeerswet 1994 (WVW), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV), het besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

• -

  artikel 15 lid 1 van de WVW 1994 ingevolge de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;

• -

  artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) ingevolge het plaatsen en verwijderen van de in dit artikel genoemde verkeerstekens moet geschieden krachtens een verkeersbesluit;

• -

  Artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 op grond waarvan verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij het verkeer betreffen op wegen, die niet in beheer zijn bij het Rijk, de Provincie of een Waterschap;

• -

  Het feit dat de leidinggevende van de afdeling Ruime bij besluit is gemandateerd tot het nemen van verkeersbesluiten op grond van de Wegenverkeerswet 1994;

• -

  artikel 2 lid 1 sub c, van de WVW 1994;

• -

  artikel 2 lid 2 sub a, b van de WVW 1994;

• -

  artikel 2 lid 3 sub a van de WVW 1994.

Met betrekking tot het gevoerde overleg

Dat overeenkomstig artikel 24 van het BABW overleg is gepleegd met de verkeersadviseur van het regionaal politiekorps Zeeland-West-Brabant om conform het BABW verkeersbesluiten te toetsen op rechtmatigheid, wetmatigheid en handhaafbaarheid.