|
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
|
Tarief 2026
|
|
Artikel 2.1
|
Definities
|
|
|
1.
|
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
|
2.
|
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
|
3.
|
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:
|
|
|
|
- –
onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;
|
|
|
|
- –
onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;
|
|
|
|
- –
onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.
|
|
|
4.
|
In aanvulling op lid 3 worden de bouwkosten vastgesteld en berekend aan de hand van de ‘Bouwkostentabel’, zoals opgenomen in de bijlage bij deze tarieventabel.
|
|
|
|
Voor zover deze ‘Bouwkostentabel’ niet voorziet in een passende hoofcategorie (vetgedrukt in de lijst) wordt onder bouwkosten verstaan: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012;Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk. In dit laatste geval zullen de overgelegde gegevens getoetst worden aan hun wettelijke kaders.
|
|
|
|
Wanneer deze raming ontbreekt gaat het om de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, exclusief de omzetbelasting.
|
|
|
Artikel 2.2
|
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
|
|
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
|
a.
|
omgevingsoverleg, zijnde intaketafel en omgevingstafel
|
|
|
b.
|
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
|
c.
|
één of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
|
d.
|
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
|
e.
|
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
|
f.
|
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
|
g.
|
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;
|
|
|
h.
|
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.
|
|
|
Artikel 2.3
|
Bepalen tarief
|
|
|
1.
|
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
|
2.
|
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
|
3.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor één of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.
|
|
|
4.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.
|
|
|
5.
|
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
|
6.
|
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
Paragraaf 2.2
Voorfase
|
Tarief 2026
|
|
Artikel 2.4
|
Omgevingsoverleg
|
|
|
|
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
|
|
a.
|
Voor het eerste overleg zijnde de intaketafel (toets wenselijkheid initiatief):
|
gratis
|
|
b.
|
Voor elk volgend overleg zijnde de omgevingstafel (toets haalbaarheid initiatief):
|
€ 1.110,40
|
|
c.
|
Het bedrag van het omgevingsoverleg wordt verhoogd met de kosten voor de beoordeling van onderzoeken conform artikel 2.44 en artikel 2.49
|
|
|
Paragraaf 2.3
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
|
Tarief 2026
|
|
Artikel 2.5
|
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
Indien de bouwkosten minder dan € 40.000,- bedragen:
|
2,57%
|
|
|
van de bouwkosten met een minimum van:
|
€ 571,55
|
|
b.
|
Indien de bouwkosten € 40.000,-tot € 200.000,- bedragen:
|
€ 1.028,00
|
|
|
vermeerderd met:
|
2,24%
|
|
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 40.000,- te boven gaan.
|
|
|
c.
|
Indien de bouwkosten € 200.000,-tot € 500.000,- bedragen:
|
€ 4.612,00
|
|
|
vermeerderd met:
|
1,40%
|
|
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 200.000,- te boven gaan.
|
|
|
d.
|
Indien de bouwkosten € 500.000,-of meer bedragen:,
|
€ 8.812,00
|
|
|
vermeerderd met:
|
0,89%
|
|
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 500.000,- te boven gaan, met een maximum, van € 62.500,-
|
|
|
Artikel 2.6
|
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
1.
|
voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit:
|
|
|
a.
|
Indien de bouwkosten minder dan € 40.000,- bedragen:
|
4,02%
|
|
|
van de bouwkosten met een minimum van:
|
€ 285,75
|
|
b.
|
Indien de bouwkosten € 40.000,-tot € 200.000,- bedragen:
|
€ 1.608,00
|
|
|
vermeerderd met:
|
2,80%
|
|
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 40.000,- te boven gaan.
|
|
|
c.
|
Indien de bouwkosten € 200.000,-tot € 500.000,- bedragen:
|
€ 6.088,00
|
|
|
vermeerderd met:
|
1,96%
|
|
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 200.000,- te boven gaan.
|
|
|
d.
|
Indien de bouwkosten € 500.000,-of meer bedragen:,
|
€ 11.968,00
|
|
|
vermeerderd met:
|
1,12%
|
|
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 500.000,- te boven gaan, met een maximum, van € 62.500,-
|
|
|
2.
|
De tarieven genoemd onder lid 1 worden in voorkomende gevallen verhoogd als volgt:
|
|
|
a.
|
als sprake is van toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, zoals bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, verhoogd met:
|
€ 891,35
|
|
b.
|
als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met:
|
€ 297,05
|
|
3.
|
voor een omgevingsplanactiviteit die uitsluitend bestaat uit het in stand houden of gebruiken van een bouwwerk en waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit:
|
€ 891,35
|
|
4.
|
Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het tarief verhoogd met:
|
|
|
a.
|
voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen 'bindend advies' zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in bijlage A 'Verplicht bindend advies en verplichte participatie':
|
€ 18.526,30
|
|
b.
|
voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in bijlage B 'kleine Bopa':
|
€ 2.337,75
|
|
c.
|
voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd onder a en b:
|
€ 9.330,30
|
|
Artikel 2.7
|
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor een omgevingsplanactiviteit dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit
|
€ 302,90
|
|
Paragraaf 2.4
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
Tarief 2026
|
|
Artikel 2.8
|
Omgevingsplanactiviteit: monumenten
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de gemeentelijke Erfgoedverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:
|
|
|
|
- 1˚
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 302,90
|
|
|
- 2˚
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 122,85
|
|
2.
|
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de gemeentelijke Erfgoedverordening is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:
|
|
|
a.
|
als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en
|
|
|
b.
|
als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.
|
|
|
Artikel 2.9
|
Rijksmonumentenactiviteit
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 122,85
|
|
b.
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 122,85
|
|
Artikel 2.10
|
Beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in de omgevingsverordening, het omgevingsplan of de gemeentelijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 122,85
|
|
2.
|
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.
|
|
|
Artikel 2.11
|
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
|
Paragraaf 2.5
Milieubelastende activiteiten
|
Tarief 2026
|
|
Artikel 2.12
|
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 2.985,20
|
|
|
tenzij het gaat om de activiteit voor het installeren van een gesloten bodemsysteem, dan is een tarief verschuldigd van:
|
€ 4.355,70
|
|
Artikel 2.13
|
Overige milieubelastende activiteiten (afdeling 3.2 tot en met 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 4.355,70
|
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 7.781,95
|
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 10.522,95
|
|
Artikel 2.14 tot en met 2.20
|
Gereserveerd
|
|
|
Paragraaf 2.6
Gereserveerd: Lozingsactiviteiten
|
Tarief 2026
|
|
Artikel 2.21
|
Gereserveerd: Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
Artikel 2.22
|
Gereserveerd: Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
Paragraaf 2.7
Aanlegactiviteiten
|
Tarief 2026
|
|
Artikel 2.23
|
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven
|
|
|
Artikel 2.24
|
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde
|
|
|
Artikel 2.25
|
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: geluid weg
|
|
|
Artikel 2.26
|
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 170,30
|
|
Artikel 2.27
|
Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 170,30
|
|
Artikel 2.28
|
Omgevingsplanactiviteit: aanlegactiviteiten
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor een omgevingsplanactiviteit dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit
|
€ 330,35
|
|
Paragraaf 2.8
Overige activiteiten
|
Tarief 2026
|
|
Artikel 2.29
|
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie
|
|
|
Artikel 2.30
|
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 340,75
|
|
Artikel 2.31
|
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: reclame
|
|
|
Artikel 2.32
|
Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:
|
€ 170,30
|
|
b.
|
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:
|
€ 170,30
|
|
Artikel 2.33
|
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen
|
|
|
Artikel 2.34
|
Andere activiteiten
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:
|
|
|
a.
|
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 117,50
|
|
b.
|
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
1.
|
voor een omgevingsplanactiviteit dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit
|
€ 2.971,45
|
|
Paragraaf 2.9
Maatwerkvoorschriften
|
Tarief 2026
|
|
Artikel 2.35
|
Gereserveerd: Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
|
Artikel 2.36
|
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
|
1.
|
Als een aanvraag om maatwerkvoorschrift(-en) of een vergunningvoorschrift krachtens artikel 4.5 van de Omgevingswet betrekking heeft op
|
|
|
a.
|
maatwerkvoorschrift(-en) of vergunningvoorschrift(-en) voor één milieuaspect bedraagt het tarief:
|
€ 2.985,20
|
|
b.
|
maatwerkvoorschriften voor twee of meerdere milieuaspecten, bedraagt het tarief in afwijking van artikel 2.3, tweede lid, de som van het tarief onder a en per extra milieuaspect:
|
€ 1.614,70
|
|
2.
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 Omgevingswet bedraagt het tarief:
|
€ 2.985,20
|
|
Artikel 2.37
|
Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
|
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 244,20
|
|
Paragraaf 2.10
Gelijkwaardigheid
|
Tarief 2026
|
|
Artikel 2.38
|
Gelijkwaardige maatregel
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
|
|
|
a.
|
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:
|
€ 2.985,20
|
|
Paragraaf 2.11
Overige tarieven
|
Tarief 2026
|
|
Artikel 2.39
|
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een activiteit gestelde termijn
|
€ 594,15
|
|
Artikel 2.40
|
Wijzigen omgevingsvergunning
|
|
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is 50% van het tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.
|
|
|
Artikel 2.41
|
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning milieubelastende activiteit
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning voor wat betreft de milieubelastende activiteit, niet zijnde een vergunningvoorschrift als bedoeld in artikel 4.5 Omgevingswet:
|
€ 3.229,40
|
|
Artikel 2.42
|
Gereserveerd: Intrekken omgevingsvergunning
|
|
|
Artikel 2.43
|
Gereserveerd: Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
|
Artikel 2.44
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of van het nemen van een ander besluit.
|
|
|
Artikel 2.45
|
Wijzigen van het omgevingsplan
|
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:
|
€ 18.526,30
|
|
|
tenzij voor het kostenverhaal in samenspraak met de aanvrager in een andere regeling is voorzien
|
|
|
2.
|
Onverminderd het voorgaande zijn de in paragraaf 2.12 (modaliteiten) en de daarin opgenomen artikelen onverminderd van toepassing waardoor het mogelijk is om de (extra) advieskosten in rekening te brengen bij de aanvrager, tenzij voor het kostenverhaal in samenspraak met de aanvrager in een andere regeling is voorzien
|
|
|
Artikel 2.46
|
Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:
|
€ 2.377,15
|
|
Paragraaf 2.12
Modaliteiten
|
Tarief 2026
|
|
Artikel 2.47
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.7 verschuldigde leges verhoogd met: 10% en een maximumbedrag van € 1.025,50
|
|
|
Artikel 2.48
|
Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
|
|
a.
|
als sprake is van een milieubelastende activiteit:
|
€ 3.670,45
|
|
b.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 4.754,40
|
|
c.
|
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:
|
€ 4.754,40
|
|
Artikel 2.49
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport danwel onderzoek moet worden beoordeeld:
|
|
|
a.
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:
|
€ 184,50
|
|
b.
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:
|
€ 184,50
|
|
c.
|
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:
|
€ 805,55
|
|
d.
|
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:
|
€ 805,55
|
|
e.
|
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:
|
€ 805,55
|
|
f.
|
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER)
|
€ 8.711,40
|
|
g.
|
voor een gezondheidstoets die door de GGD wordt uitgevoerd in het kader van de volksgezondheid
|
€ 2.599,80
|
|
h.
|
voor de beoordeling van het rapport op het deelaspect geur
|
€ 805,55
|
|
i.
|
voor de beoordeling van het rapport op het deelaspect fijnstof
|
€ 805,55
|
|
j.
|
voor de beoordeling van het rapport op het deelaspect Brabantse Zorgvuldigheidscore Veehouderij (BZV)
|
€ 2.058,80
|
|
k.
|
voor de beoordeling van het rapport op het deelaspect Flora en Fauna
|
€ 805,55
|
|
l.
|
voor de beoordeling van het rapport op het deelaspect cultuurhistorie
|
€ 805,55
|
|
m.
|
voor de beoordeling van het rapport op het deelaspect archeologie
|
€ 805,55
|
|
n.
|
voor de beoordeling van het rapport op het deelaspect ecologie landschaps-, abiotische- en natuurwaarden
|
€ 805,55
|
|
o.
|
voor de beoordeling van het rapport op het deelaspect water
|
€ 805,55
|
|
p.
|
voor de beoordeling van het rapport op het deelaspect verkeer
|
€ 805,55
|
|
q.
|
voor de beoordeling van het rapport op het deelaspect bedrijven- en milieuzonering
|
€ 805,55
|
|
r.
|
voor de beoordeling van het rapport op het deelaspect luchtkwaliteit
|
€ 805,55
|
|
s.
|
voor de beoordeling van het rapport op het deelaspect externe veiligheid
|
€ 805,55
|
|
t.
|
voor de beoordeling van het rapport op het deelaspect landschap
|
€ 805,55
|
|
u.
|
voor de beoordeling van het rapport op het deelaspect distributie planologisch onderzoek
|
€ 805,55
|
|
v.
|
voor de beoordeling van het rapport op het deelaspect ladder duurzame verstedelijking
|
€ 805,55
|
|
w.
|
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport of deelaspect:
|
€ 805,55
|
|
2.
|
Het tarief bedraagt per herbeoordeling van een in lid 1 genoemd rapport:
|
50%
|
|
|
van het in lid 1 genoemd tarief
|
|
|
Artikel 2.50
|
Advies
|
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
|
a.
|
voor een advies van de gemeenteraad:
|
€ 568,15
|
|
b.
|
voor het uitgebrachte advies van de agrarische adviescommissie met inbegrip van de beoordeling
|
€ 920,00
|
|
c.
|
Voor een advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage: het bedrag dat deze commissie in rekening brengt op grond van de door de minister van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde tariefstelling.
|
|
|
d.
|
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in het onderdeel a of b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Artikel 2.51
|
Instemming
|
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
|
|
|
a.
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.
|
|
|
2.
|
Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Paragraaf 2.13
Vermindering
|
Tarief 2026
|
|
Artikel 2.52
|
Vermindering na omgevingsoverleg (intaketafel en omgevingstafel)
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.7, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:
|
100%
|
|
|
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges, uitsluitend die leges zoals opgenomen in artikel 2.4 lid 1 onderdeel b.
|
|
|
2.
|
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:
|
|
|
|
a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;
|
|
|
|
b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en
|
|
|
|
c. binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.
|
|
|
Artikel 2.53
|
Gereserveerd: Vermindering bij meervoudige aanvraag
|
|
|
Paragraaf 2.14
Teruggaaf
|
Tarief 2026
|
|
Artikel 2.54
|
Aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist is een tarief verschuldigd van
|
€ 359,70
|
|
Artikel 2.55
|
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
|
|
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:
|
100%
|
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges,
|
|
|
Artikel 2.56
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
|
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:
|
50%
|
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
Artikel 2.57
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen twaalf weken na de indiening van de aanvraag:
|
50%
|
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
Artikel 2.58
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen zes maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
25%
|
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
Artikel 2.59
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw (artikel 2.5 en 2.6)- of milieubelastende activiteiten
|
|
|
a.
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
25%
|
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
|
|
|
b.
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
Artikel 2.60
|
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.
|
|
|
Artikel 2.61
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
|
Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven.
|
|